Heup resurfacing: botsparende operatie

Vanaf begin 2000 zijn er ook in Nederland in toenemende mate resurfacing-operaties van de heup verricht. Het betreft protheses van diverse merken. Echter één ding hebben ze allemaal gemeen, dat het een Metaal op Metaal lager (kop en kom) betreft. In navolging van korte termijn goede resultaten in met name België en Engeland, zijn ook in ons land in toenemende mate ziekenhuizen en orthopaeden op deze techniek overgestapt. Vele Nederlanders hebben zich ook onder andere op advies van hun verzekeraar, in het buitenland (met name België) laten opereren. Helaas blijkt deze operatie veel te vaak niet het resultaat te geven wat ieder ervan had gehoopt, met soms ernstige complicaties en noodzaak tot reoperaties zelfs al na enkele weken!

Dit is dan ook de reden dat de NOV (de Nederlandse Orthopaedische Vereniging) haar leden dringend heeft geadviseerd om géén MoM (metaal op metaal) heupen meer te plaatsen, ook geen types waarbij wel een steel wordt gebruikt (bijv. de CLS heup). Daarbij moet iedere patiënt actief worden opgeroepen op de poli voor diverse controles. Alle gegevens moeten in een databank worden opgeslagen.

Eenzelfde advies is ook in diverse andere landen gegeven of in voorbereiding. Ook de FDA heeft de toelating en het gebruik van dit type heupen op de markt opgeschort en zelfs een aantal firma’s die MoM-heupen hebben gemaakt en verkocht zijn in juridische procedures verwikkeld. Klik hier voor het advies van de NOV of lees hieronder verder over de

Wat is heup resurfacing

Heup resurfacing (of hip-resurfacing) is een operatie waarbij een kunstheup wordt geplaatst op een botsparende manier. Re-surfacing is afgeleid van het Engelse woord surface, dat oppervlak betekent. Re-surfacing is letterlijk vertaald: oppervlak vernieuwing. Bij de resurfacing operatie wordt de vervormde kraakbeenlaag in het heupgewricht vervangen.

In vergelijking met een klassieke heupoperatie wordt bij de resurfacing operatie weinig bot verwijderd. Alleen het versleten oppervlak van de kom en de heupkop wordt door een metalen prothese vervangen. De resurfacing techniek wordt vooral toegepast bij lichamelijk actieve patiënten met een goede kwaliteit bot. Belangrijk is dat de heupkop niet te ernstig vervormd is. Uw leeftijd speelt een belangrijke rol, omdat het bot voldoende sterk moet zijn om de nieuwe heupschaal te kunnen dragen. Daarom houdt men gemiddeld bij mannen 65 jaar en bij vrouwen 60 jaar aan als de nieuwe grens, sommige klinieken hanteren zelfs een grens van 10 jaar jonger. Het zullen dus vooral de wat jongere heuppatiënten zijn die in aanmerking komen voor de resurfacing techniek.

Echter de laatste tijd zijn er toch een aantal vervelende problemen beschreven, die de nodige voorzichtigheid en terughoudendheid bij het plaatsen van dit type heup noodzakelijk maken.

Wat is een versleten heup

Het heupgewricht (zie figuur 1) zit ter hoogte van de lies en bestaat uit een kom en een kop. De heupkop (femurkop) is het bovenste deel van het dijbeen en de heupkom (acetabulum) is een onderdeel van het bekken. Kop en kom samen vormen een kogelgewricht, waardoor het been in vrijwel alle richtingen bewogen kan worden. Het gewrichtskapsel zorgt ervoor dat beide botdelen op zijn plaats blijven. Banden en spieren verstevigen het gewricht.

De botdelen zijn bekleed met een gladde kraakbeenlaag waardoor de bewegingen soepel kunnen verlopen. De kraakbeenlaag heeft ook een functie als schokdemper. We spreken van een versleten heup als deze kraakbeenlaag aangetast is. Het oppervlakte is niet glad meer, maar ruw en in het ergste geval is het kraakbeen volledig verdwenen. De schokbrekerfunctie is weg. Dit veroorzaakt pijn en mede daardoor een bewegingsbeperking.

Bij de klassieke heupprothese (figuur 2) wordt het gehele heupgewricht vervangen door een prothese. De heupkop wordt van het bovenbeen verwijderd en vervangen door een metalen steel met hierop een bolletje. In het bekken wordt een bijpassend kommetje geplaatst.

Botsparende operatie en betere stabiliteit

Bij een resurfacing prothese (figuur 3) blijft de heupkop (femurkop) grotendeels intact. Alleen de beschadigde kraakbeenlaag met daaronder een laagje van het bot wordt weggehaald; er wordt een nieuw oppervlak (surface) gemaakt. Ter vervanging van de kraakbeenlaag wordt een metalen oppervlak aangebracht. Deze prothese, die een beetje aan een fietsbel doet denken, wordt met botcement op de eigen heupkop vastgezet. Het bijbehorende metalen kommetje wordt in het bekken geplaatst zonder cement, het klemt zichzelf vast.

Beide prothese delen zijn van een zeer slijtvast metaal vervaardigd. Voor de mate van slijtage is de hardheid van het materiaal belangrijk. Hoe harder het metaal, hoe gladder het gepolijst kan worden. Er worden verschillende soorten prothesen gebruikt, maar de meesten zitten nog in een min of meer experimentele fase. Met enkele prothesen is al langer ervaring met het gebruikte materiaal, de vorm en/of het design.

De beweging tussen kop en kom is vergelijkbaar met de beweging tussen twee glasplaten waar een druppel water tussen zit. Mede hierdoor zal het bijna niet voorkomen dat de heup uit de kom schiet en is de wrijving (en dus slijtage) nagenoeg opgeheven. De wetenschap die zich met deze wrijving bezighoudt noemen we Tribology.

Eerst wordt de heupkom voorzien van een goed passende metalen kunstkom. De maat van de heupkom verschilt per individu. Daarna wordt de natuurlijke heupkop zo bijgeschaafd dat de “fietsbel” prothese er goed overheen past. Doordat de natuurlijke stand van de heupkop ten opzichte van de kom niet verandert, blijft het draaipunt hetzelfde. De beweging van het kunstgewricht benadert hierdoor heel dicht de natuurlijke beweging van een gezonde heup. Dit geeft een zeer goede stabiliteit. Opmerkelijk is dat een resurfacing prothese voor patiënten vaak heel natuurlijk aanvoelt. Een ander belangrijk winstpunt bij de resurfacing techniek is, dat er later altijd nog een klassieke prothese geplaatst kan worden.

De operatie

De specialist zal de details over de operatie met u bespreken. De meeste ziekenhuizen beschikken over een aparte folder, waarin de gang van zaken in het ziekenhuis uitgelegd wordt. Van te voren wordt een aantal standaard onderzoeken bij u gedaan om het operatierisico in te schatten. Mocht dit nodig zijn, dan wordt aanvullend onderzoek verricht. Het is verstandig om voor de operatie contact op te nemen met uw fysiotherapeut. Deze kan u spierversterkende oefeningen geven, waardoor de revalidatie sneller verloopt. Ook leert u alvast met krukken te lopen.De risico’s die bij deze operatie horen zijn vrijwel identiek aan die van een klassieke heupoperatie. Dit geldt ook voor de kans op complicaties. Het litteken dat gemaakt wordt bij een resurfacing heupoperatie kan iets groter zijn dan bij een standaard heupoperatie, omdat meer ruimte nodig is om de prothese goed te plaatsen.HerstelperiodeAls alles normaal verloopt bij de operatie, wordt u na 3 tot 7 dagen weer uit het ziekenhuis ontslagen. Thuis werkt u verder aan uw revalidatie, waarbij u zelf bepaalt of u zich door de fysiotherapeut laat begeleiden. Hoe lang de revalidatie gaat duren is sterk afhankelijk van een aantal persoonlijke factoren, zoals uw conditie voor de operatie, de wondgenezing, uw leeftijd en het soort inspanning dat van u verwacht wordt. Globaal moet u rekening houden met een herstelperiode van vier maanden, waarbij u de eerste zes weken de meeste beperkingen zult ondervinden.Autorijden, zwemmen en seksuele activiteit zijn meestal weer mogelijk na de eerste controle. Sporten, inclusief golfen, mag pas na uitdrukkelijke toestemming van de orthopedisch chirurg. Het eerste half jaar is de heup het meest kwetsbaar. Het bot heeft tijd nodig om zich aan de nieuwe situatie aan te passen. Daarbij moeten ook de kapsels weer genezen. Overmatige belasting moet in deze periode vermeden worden. De meeste patiënten beschouwen zich na maximaal een jaar weer volledig genezen.
De heupkop moet natuurlijk precies recht zitten (oefenmodel)


En de nieuwe heupkop zit erop (oefenmodel)

Resultaten heup-resurfacing vs. klassieke kunstheup

De eerste resurfacing operaties worden sinds het begin van de jaren negentig toegepast. De gegevens die in deze jaren verzameld zijn, laten zien dat de operatie meestal succesvol is. De resultaten op korte termijn leken in eerste instantie minstens te vergelijken met het succes van de klassieke heupprothese. Echter bij langere nacontroles en resultaten van diverse implantaten en klinieken blijken er toch diverse ernstige complicaties op te kunnen treden.

  • Belangrijkste vroege complicatie is dat het bot onder de “fietsbel” toch niet sterk genoeg is en de hals van het dijbeen afbreekt. Dit gebeurt meestal in de eerste 6 weken. Behandeling is dan alsnog een gehele heupprothese met een steel te plaatsen.
  • Een tweede vroege complicatie is het niet goed vastzitten van de kom. De kom moet klemvast in het bekken worden verklemd. Soms blijkt achteraf op de röntgenfoto dat dit niet goed is gelukt, ofwel dat de kom los gaat zitten alvorens deze goed is ingegroeid. Het opnieuw vastzetten van de kom is een redelijk ingrijpende operatie en betekent vaak dat ook de kop verwijderd moet worden omdat er kleine krasjes op het metaal zitten.
  • Een derde, maar later optredende complicatie is dat er onder invloed van metaal-slijpsel een ontstekingsreactie optreedt, genaamd ALVAL. Hierdoor krijgen we een oplossen van het bot rond de kop en vooral ook de kom, met grote cystes (holte vorming) als gevolg. Hierdoor treedt er botverlies op en gaan de prothese componenten los zitten. Dit treedt meestal na twee jaar op en geeft vaak progressief klachten. Belangrijk is dus dat u zeker jaarlijks gecontroleerd wordt om zo snel mogelijk bij deze problemen in te kunnen grijpen. Een revisie bij botverlies wordt steeds moeilijker naarmate het proces voortschrijdt.
  • Een vierde probleem is het optreden van metaal-ionen in het bloed. Door de minuscule wrijving van het metaal op metaal komen er kleine metaalpartkels vrij, waarvan de kobalt- en chroomionen in de bloedbaan kunnen komen. De effecten daarvan voor de gezondheid op de langere termijn zijn nog niet duidelijk, wel is er het advies om zeker geen MoM heup (metaal op metaal) te gebruiken bij vrouwen die nog kinderen willen krijgen.

Blijvende klachten na een heupresurfacing:

  • Impingement: de bewegingsuitslag van de nieuwe heup is beperkt. Meestal zal de heup niet genoeg kunnen buigen, wat zelfs al pijnklachten kan geven bij gewoon zitten op de bank of zelfs al op een hogere stoel. Bij gerichte foto’s of een CT-scan zit er dan vaak aan de voorzijde van de kom of de kop een knobbel. Deze loopt dan aan bij buigen. De behandeling bestaat uit het verwijderen van deze knobbel. Soms kan dit via een kijkoperatie.
  • Loslating: de prothesedelen zitten toch niet goed vast. Dit is aan te tonen met een gewone foto of botscan
  • ALVAL: zie hierboven
  • Laaggradige ontsteking

Indien de oorzaak nog steeds niet duidelijk is en alle andere oorzaken zijn uitgesloten dan kan een speciale scan soms uitkomst bieden. Het betreft een SPECT-CT scan. Hierbij wordt een kleine hoeveelheid radioactieve stof ingespoten die zich tijdelijk aan het bot hecht. Het blijkt dat met deze techniek bij 2 van de drie patiënten een oorzaak voor de klachten kan worden gevonden. Meestal is er toch een loslating van één van de componenten.

Bron: Healio Orthopedics Today –>