Tenniselleboog

Een tenniselleboog komt bij 2% van de bevolking voor. In de leeftijdsgroep tussen de 40 en 50 jaar is dit zelfs 10%. Een tenniselleboog is de meest voorkomende afwijking ter hoogte van pees/botovergang. De klachten worden waarschijnlijk veroorzaakt door degeneratie (ontaarding) van het peesweefsel op 1 cm van de aanhechting op het bot. De bloedvoorziening van de pezen is hier het meest kritisch. Door ontaarding van het peesweefsel kunnen kleine scheurtjes ontstaan.

Een tenniselleboog veroorzaakt pijn aan de buitenzijde van de elleboog op de plaats waar de strekkers van de pols en de vingers aanhechten op de buitenzijde van de bovenarm.

Oorzaak tenniselleboog?

Een tenniselleboog wordt veroorzaakt door overbelasting. Niet alleen tijdens tennissen, maar ook bijvoorbeeld na zwaar handwerk, zoals poetsen of tillen van bijvoorbeeld kinderen.

Wat voor klachten veroorzaakt een tenniselleboog?

Een tenniselleboog geeft pijn ter hoogte van de buitenzijde van de elleboog, vooral bij werkzaamheden zoals schilderen, timmeren en ramen zemen.

Diagnose tenniselleboog

Wanneer de arts uw elleboog onderzoekt dan bestaat er drukpijn ter hoogte van de buitenzijde van de elleboog. De meest gevoelige test voor het bevestigen van de diagnose tenniselleboog is het strekken van de middelvinger tegen weerstand in met een gestrekte elleboog. In geval van een tenniselleboog geeft de patiënt pijn aan ter hoogte van de buitenzijde van de elleboog. Het laten vervaardigen van röntgenfoto’s heeft niet zoveel zin omdat hierop geen afwijkingen worden waargenomen bij een tenniselleboog.

Behandeling tenniselleboog

Ongeacht welke behandeling wordt ingesteld, is de duur van de klachten als gevolg van een tenniselleboog gemiddeld negen maanden. Ongeveer de helft van de patiënten met tenniselleboogklachten consulteert de huisarts. De andere helft geneest spontaan.

De huisarts moet in eerste instantie de patiënt adviseren handelingen die de pijnklachten uitlokken achterwege laten. In de regel weet de patiënt zelf wel welke handelingen dit zijn, dat kan hij tenslotte voelen. De afwijking wordt zelden veroorzaakt door tennissen. Wanneer er een tenniselleboog aanwezig is dan is tennissen met een backhand, waarbij de elleboog is gestrekt en de pols is gebogen, pijnlijk. Bij een tenniselleboog moet deze slag achterwege worden gelaten. Daarnaast kan hij rust voorschrijven en een tenniselleboogbandage.

Bovengenoemde maatregelen kunnen ondersteund worden door een periode van maximaal drie weken pijnmedicatie te geven. Mochten voorgenoemde maatregelen geen effect sorteren dan is te overwegen een injectie met een plaatselijke verdoving en een bijnierschorshormoon (corticosteroïd preparaat) ter hoogte van de aanhechting van de pees op het bot te geven. Deze injectie kan zonodig na drie en zes weken worden herhaald. Deze injecties zijn effectiever dan fysiotherapie. In meer dan 90% van de gevallen geven deze niet-operatieve behandelingen een goed resultaat.

Wanneer de niet-operatieve behandelingen hebben gefaald dan kan een operatie worden overwogen waarbij de aanhechting van de pezen ter hoogte van de buitenzijde van de elleboog wordt losgemaakt. Het succespercentage van deze operatie ligt tussen de 60 en de 70%.

Wat zijn de risico’s van de behandeling?

Na een injectie met een bijnierschorshormoon (corticosteroïd preparaat) kan de patiënt de eerste dagen meer pijn krijgen dan hij al had. Bovendien kan hij de volgende dag een rood gezicht krijgen. De risico’s van een operatie zijn niet zo groot maar in 1 è 2% van de gevallen kan er een infectie optreden.

Wat kan de patiënt wanneer na de behandeling doen?

Na een injectie met een bijnierschorshormoon is het verstandig om een aantal weken geen zwaar tillende werkzaamheden te verrichten. Ditzelfde geldt na een operatie van een tenniselleboog.