Ontstaan van de orthopedie

Orthopedie of Orthopaedische chirurgie is een van de oudste onderdelen van de geneeskunde, waarvan al in geschriften van ver voor onze jaartelling melding wordt gemaakt. De orthopedisch chirurgie behandelt al die aandoeningen die uitgaan van het steun- en bewegingsapparaat. Dat zijn dus de botten, de gewrichten, de spieren, pezen en banden.

Het woord orthopedie is waarschijnlijk samengesteld uit de Griekse orthos (recht) en paedos (kind). Oorspronkelijk werd de orthopedie dan ook gedefinieerd als “de kunst om bij kinderen afwijkingen van het lichaam te voorkomen en te corrigeren”. De samenstelling zou ook kunnen komen van de Griekse woorden orthos (recht) en pedes (voet). Dan zou de letterlijke betekenis “recht op de voeten” zijn. Waar het woord ook vandaan komt, tegenwoordig behandelt de orthopedische chirurgie natuurlijk kinderen én volwassenen. Voor kinderen is er zelfs een vertakking binnen de orthopedie: de kinderorthopedie.

Orthopedische problemen werden al door de oude Egyptenaren behandeld. Het begon met simpele hulpmiddelen als krukken en spalken, maar werd steeds verder uitgebreid met soms zeer ingewikkelde apparaten.

In de tweede helft van de 19e eeuw (1850-1900) werden er belangrijke ontdekkingen gedaan, zoals de narcose, het gipsverband, cardol als ontsmettingsmiddel en zeker ook de röntgenstralen (1895). Ook werd in deze periode de fysiotherapie geïntroduceerd. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de orthopedische chirurgie in een stroomversnelling, met name de bloedtransfusie en de toediening van antibiotica hebben de orthopedie flink vooruit geholpen. Door de technische vooruitgang is er ook steeds meer mogelijk geworden op diagnostisch, operatief en materiaalgebied.

Wat doet de orthopedisch chirurg (orthopeed)?

De orthopedisch chirurg (in Nederland meestal orthopeed genoemd en in België orthopedist) houdt zich bezig met de uitvoering van de orthopedische chirurgie. De orthopedisch chirurg behandelt alle aandoeningen die te maken hebben met het steun- en bewegingsapparaat. Dit loopt uiteen van het plaatsen van kunstheupen, het herstellen van klompvoetjes bij kinderen tot het opereren van een hernia.

De opleiding tot orthopedisch chirurg beslaat in totaal minimaal 12 jaar. De eerste 6 jaar van zijn/haar opleiding volgt de orthopedisch chirurg de studie geneeskunde. Na het behalen van het artsexamen, volgt de arts vervolgens minstens 2 jaar algemene heelkunde. Hierna wordt de arts nog minstens 4 jaar opgeleid op een afdeling orthopedische chirurgie. Is alles succesvol voltooid, dan wordt de arts ‘orthopedisch chirurg’.

Het aantal orthopeden is vooral de laatste 25 jaar toegenomen tot een kleine 500 op dit moment. Dit is echter nog te weinig voor de groeiende stroom patiënten. Doordat mensen steeds langer leven, is er steeds meer behoefte aan bijvoorbeeld nieuwe heupen en knieën. Daarnaast zijn er steeds meer behandelingen mogelijk, waardoor ook meer vraag ontstaat.

Naast de directe voorlichting aan de eigen patiënten, geeft de orthopedische beroepsgroep momenteel ook actief voorlichting over de orthopedie in het algemeen, onder het motto “Zorg voor beweging”.