Gebroken vinger of vingerfractuur

Hoewel een gebroken vinger een kleine verwonding lijkt, kan het zonder behoorlijke behandeling grote complicaties geven. De botten in een normale hand zitten precies op hun plaats, waardoor uw hand veel speciale functies kan vervullen zoals het vasthouden van een pen en het bewegen van kleine objecten in uw handpalm. Wanneer een vingerbot breekt, kan uw hele hand ontzet worden. Zonder behandeling kan uw gebroken vinger stijf en pijnlijk worden.

De belangrijkste tekenen van een gebroken vinger zijn:

  • Zwelling
  • Gevoeligheid
  • Onmogelijkheid om hem helemaal te bewegen
  • Vervorming

Diagnose

Als u denkt dat uw vinger gebroken is moet u uw arts meteen vertellen wat er precies gebeurd is en wanneer dit gebeurd is. In iedere vinger zitten drie botten (de vingerkootjes) en in iedere duim zitten twee botten. Uw arts moet niet alleen bepalen welk botje gebroken is, maar ook hoe het gebroken is: dwarsover, in een draai, in verschillende stukjes of compleet verpulverd. Wellicht wil uw arts ook zien hoe uw hand uitgelijnd is en wat er gebeurt als u uw hand uitstrekt of tot een vuist balt. Ligt de ene vinger over de andere? Staat er een vinger in de verkeerde hoek? Lijkt er een vinger te kort? Ook kan uw arts een röntgenfoto van uw beide handen nemen ter vergelijking.

Behandeling en revalidatie

Uw arts zal het gebroken bot (kootje) op de juiste plaats terugduwen. Meestal gebeurt dit zonder operatie. Bij een gecompliceerde verwonding kunnen er pinnen, schroeven en/of draad nodig zijn om alles op de goede plaats te houden. U krijgt een spalk of gips om uw vinger recht te houden en te beschermen tegen verder letsel terwijl de vinger geneest. De vingers naast de gebroken vinger kunnen eventueel ook gefixeerd (vastgezet) worden. Meestal dient u zo’n drie weken de spalk of het gips te dragen. Eventueel maakt uw arts tijdens het genezingsproces nog röntgenfoto’s. Dit om het genezingsproces te kunnen volgen.

Nadat uw arts heeft bepaald dat u uw vinger weer kan gebruiken moet u uw hand meteen weer gaan gebruiken. Eenvoudige dagelijkse oefeningen helpen de stijfheid en de zwelling van uw vinger te verminderen. Het kan mogelijk zijn dat u een fysiotherapeut nodig heeft om u te assisteren bij deze oefeningen.