We kennen in het lichaam twee soorten kraakbeen, het hyaliene kraakbeen dat de gewrichtsoppervlakte bekleed en het bindweefselige kraakbeen waarvan bijvoorbeeld de meniscus is gemaakt. Het onderscheid is onder andere het soort vezels van waaruit het is opgebouwd (Collageen Type II in het hyaliene kraakbeen).
Hyaliene kraakbeen
Structuur
Het hyaliene kraakbeen wordt opgebouwd door kraakbeencellen. De voeding van kraakbeencellen geschiedt vanuit het gewrichtvocht, waardoor ze vooral een trage stofwisseling hebben welke veelal zonder zuurstof geschiedt. De kraakbeencellen leggen een raamwerk van collageen vezels aan. Deze vezels zijn spiraalvormig in elkaar gewonden en hebben in de verschillende lagen in het kraakbeen een andere richting en onderlinge verbinding. Hierdoor ontstaat een sterke matrix of webstructuur. In deze matrix zitten grote moleculen gevangen welke proteoglycanen heten. Deze proteoglycanen hebben als eigenschap dat zij zeer graag watermoleculen willen binden. Daardoor zwellen ze op (net als een gelatinepudding!). Omdat ze echter in de matrix gevangen zitten wordt deze matrix stijver, elastischer en sterker.
Een normaal kraakbeen bestaat aldus uit 99% matrix en slechts 1% kraakbeencellen. De matrix bestaat voor 80% uit water, 12% uit collageen vezels en 6% proteoglycanen.
Functie
Het hyaliene kraakbeen heeft meerdere functies:
- moet zorgen voor een oppervlakte zonder wrijving
- Kunnen vervormen zonder beschadigen
- De druk en piekbelastingen kunnen doorgeleiden naar het onderliggende bot
- Voeding verzorgen voor de kraakbeencellen
Bouw
Kraakbeen in een gewricht kan verdeeld worden in een 4-tal lagen (zie figuur):
- Oppervlakkige laag
- Overgangslaag
- Diepe laag
- Verkalkte laag
Hierna gaat het over in het bot onder het kraakbeen, de subchondrale laag. Naarmate we dieper in de lagen komen wordt het kraakbeen stijver om dus tenslotte over te gaan in het bot.
Verdieping in de Behandeling van Kraakbeenletsels
Om de integriteit van het kraakbeen te behouden en letsels effectief te behandelen, zijn verschillende benaderingen mogelijk, variërend van conservatieve methoden tot geavanceerde chirurgische ingrepen. Behandelingen voor kraakbeenletsels zijn cruciaal voor het herstelproces en omvatten operatieve en niet-operatieve methoden. Operatieve technieken, zoals arthroscopie, zijn gericht op het herstellen van de kraakbeenstructuur en functionaliteit, terwijl revalidatie essentieel is om de kracht en mobiliteit te herwinnen. Bovendien is er specifieke aandacht voor retropatellaire chondropathie, een veelvoorkomende aandoening die effectieve managementstrategieën vereist. Elk van deze aspecten speelt een sleutelrol in een holistische benadering van kraakbeenherstel, waarbij patiënten worden ondersteund in zowel de fysieke genezing als de verbetering van hun levenskwaliteit.