Symptomen van RSI

Er zijn velerlei klachten mogelijk die zich ook op verschillende plaatsen kunnen voordoen in het gebied tussen vinger, schouderblad en nek. Ook kunnen de klachten van een lichaamsdeel naar een ander verhuizen.

Het ontwikkelen van RSI doorloopt globaal gezien drie fases:

  1. Pijn en vermoeidheid aan vingers, handen, polsen, armen, schouders en/of nek. Deze klachten doen zich voor tijdens of na het werk: meestal aan het eind van een werkdag. De vermoeidheid is plaatselijk, net als krampverschijnselen of een koud, dood gevoel aan bepaalde spieren. De pijn is tijdelijk, en is wel voelbaar maar niet echt hinderlijk.
  2. De vermoeidheid uit fase 1 blijft voortduren en de pijn begint nu hinderlijk te worden. Ook begint krachtverlies op te treden. De arbeidsprestaties gaan daardoor omlaag. Andere klachten kunnen beginnen op te treden: irritatie, zwelling, tintelingen, slapheid of verlies van grijpvermogen, doof gevoel, soms zelfs al verbleking van de huidskleur.
  3. De pijn blijft nu steeds voortduren. De nachtrust wordt daardoor verstoord. De pijn is niet alleen merkbaar bij de repetitieve handelingen die de klachten in eerste instantie hadden opgeleverd, maar ook bij andere lichaamsarbeid. Meestal treden nu zwellingen op (op een plek, pols of onderarm, of op meer plekken), en de huidskleur en huidtemperatuur verandert. Gewrichten kunnen gaan ‘kraken’.

Stadia 1 en 2 noemt men RSI-gerelateerde klachten. Alleen stadium 3 noemt men echt RSI. Dit stadium wordt ook wel opgesplitst in ‘chronic pain’ en ‘complex of chronic pain, reflex sympathetic dysfunctions’.