Spondylodese (rugoperatie)

Spondylodese is het vastzetten van twee of meer wervels aan elkaar. Deze operatie werd aanvankelijk ontwikkeld om kinderen met een rugverkromming rechter te maken, of mensen met een door TBC aangetaste wervel te genezen. Later werd deze operatie ook toegepast bij de behandeling van het afschuiven van wervels, bij instabiele wervels en bij ingezakte tussenwervelschijven. Dit laatste kan o.a. veroorzaakt worden door een hernia.

Van oudsher werden botspanen uit het bekken gebruikt om tussen de wervels te zetten en deze zo te laten vastgroeien. Het nadeel is echter dat de kans dat de wervels toch niet vastgroeien, relatief groot is. Daarom zijn nieuwere technieken bedacht waarbij als extra versteviging schroeven en platen worden gebruikt aan de achterkant van de wervel. Tussen de wervels worden in plaats van botspanen zogenaamde cages gebruikt. Dit zijn holle kooitjes van metaal of koolstoffiber, waarin bot wordt gestopt om zo een sneller vastgroeien te bewerken. Het voordeel is ook dat de patiënt sneller kan gaan lopen en weer sneller aan het werk kan zijn, omdat de cages direkt stevig verankerd zitten.

Voordat een operatie plaatsvindt worden vaak andere mogelijkheden toegepast om de klachten te verminderen. Zo kunt u een proef-gipscorset krijgen gedurende een aantal weken. Zo kan worden bekeken of de klachten te beinvloeden zijn en of het nuttig is om te opereren. Uiteindelijk kan in overleg tussen u en de arts tot een operatie worden besloten.

Onderstaand kunt u lezen hoe de operatie in zijn werk gaat. Dit kan per ziekenhuis iets verschillen.

De voorbereiding

Als u samen met de arts heeft besloten tot een operatie worden er een aantal voorbereidingen getroffen. U wordt van tevoren uitgebreid onderzocht. Dit gebeurt vaak poliklinisch. Er wordt bloed afgenomen, er wordt urine onderzocht en er worden eventueel nog foto’s van de rug gemaakt. Ook wordt er soms een ECG (hartfilmpje) gemaakt en afhankelijk van de leeftijd een longfoto. De uitslagen van deze onderzoeken worden bekeken door de behandelend arts.

De opname / de dag voor de operatie

Indien alle onderzoeken poliklinisch zijn verricht en alles in orde is bevonden, wordt u een dag voor de operatie opgenomen. U wordt op de afdeling ontvangen door de verpleegkundige. Deze vertelt u over de gang van zaken op de afdeling en over de gang van zaken rond de operatie. Als u vragen heeft kunnen de behandelend arts of de verpleegkundige deze beantwoorden.

Op deze dag wordt u ook lichamelijk voorbereid op de operatie. In het gebied waar u geopereerd gaat worden, wordt u geschoren. U krijgt een flesje met desinfecterende zeepoplossing (hibiscrub), waarmee u zich’s avonds en de ochtend voor de operatie moet wassen/douchen (bedoeld voor het hele lichaam). Tevens krijgt u een klysma voor ontlasting. Dit zorgt ervoor dat de darmen voor de operatie zo schoon mogelijk zijn.

U wordt onder narcose geopereerd. De anesthesist (degene die u de narcose toedient) komt in de loop van de dag langs. Als u nog vragen over de narcose heeft kunt u die stellen. Indien u ‘s morgens geopereerd wordt dient u nuchter (niets eten of drinken) te blijven vanaf 24.00 uur tot aan de operatie. Als u ‘s middags wordt geopereerd krijgt u ‘s morgens een licht ontbijt en blijft u daarna nuchter. Verder is het mogelijk dat u de avond voor de operatie een slaapmiddel wilt gebruiken; u kunt de verpleegkundige van de avonddienst daarom vragen.

Voor de operatie komt ook de fysiotherapeut bij u langs om kennis met u te maken. Deze geeft u enkele instructies en draaioefeningen voor na de operatie, zodat u die kunt oefenen. Het is verstandig om die oefeningen voor de operatie te doen. Soms kunt u alvast het afneembaar corset passen dat u na de operatie zal dragen, zodat u kunt oefenen met het aan- en uitdoen van het corset.

De operatiedag

Ongeveer een half uur voor de operatie krijgt u een slaappil en een injectie die ervoor zorgt dat de speekselafscheiding wordt geremd tijdens de operatie. Na dat half uur wordt u in uw bed naar de operatiekamer gereden. Het is de bedoeling dat u dan geen make-up, (blanke) nagellak en sieraden meer draagt. Indien u in het bezit bent van een gebitsprothese dient u deze uit te laten. Wanneer u weer terug bent op de afdeling krijgt u deze weer in.

U wordt met uw bed naar de operatiekamer gereden. Hier wordt u door de medewerkers van de operatie-afdeling opgevangen. Vervolgens krijgt u de narcose toegediend. De operatie duurt vrij lang (een aantal uren). Tijdens de operatie ligt u op uw buik op een speciale tafel. Via een snee op de rug gaat de arts dan opereren. U krijgt een infuus met antibiotica en mogelijk een of soms twee drains. Dit is/zijn slangetjes die bloed en wondvocht uit het operatiegebied wegzuigen. U verliest tijdens en soms de eerste uren na de operatie bloed.

Het is vaak nodig dat dit weer wordt aangevuld. Dit gebeurt dan via het infuusslangetje in uw arm. Na de operatie heeft u mogelijk een catheter, dit is een slangetje dat via de urinebuis naar de blaas gaat. Dit krijgt u omdat u na de operatie platte bedrust heeft en het moeilijk is liggend te urineren.

Na de operatie ligt u weer gewoon op uw rug en gaat u eerst naar de uitslaapkamer om wakker te worden. Eenmaal terug op de afdeling worden de bloeddruk en de wond regelmatig gecontroleerd. Het is vanzelfsprekend dat de rug en spieren daaromheen pijnlijk zijn. Dit is vooral de eerste vierentwintig uur het geval. Het is belangrijk dat u tijdig aangeeft dat u pijn heeft, want dan kan de verpleegkundige u afdoende pijnbestrijding geven. Op de operatiedag mag u af en toe een slokje water, meer nog niet. De darmen hebben tijdens de operatie een tijdje stilgelegen. Ook heeft u bedrust en beweegt u minder dan normaal. Daarom wordt uw dieet in de loop van de volgende dagen langzaam uitgebreid. Dit wordt goed gecontroleerd. Zo kunnen problemen met de darmen voorkomen worden. Indien u misselijk bent kunt u hier medicijnen voor krijgen.

De eerste dag heeft u platte bedrust met een kussen onder uw hoofd; en u mag op uw zij draaien. De eerste dagen zal de verpleegkundige u daarbij helpen omdat het draaien dan nog pijnlijk is. Na de operatie wordt u nogmaals duidelijk uitgelegd hoe u het beste kunt bewegen.

Na de operatie

Over het algemeen bent u de eerste vierentwintig uur na de operatie flink verzwakt. Hierna knapt u langzaam weer op. De avond voor de operatie wordt gestart met injecties en de dag na de operatie met sintrommitistabletten. Dit zijn bloedverdunnende medicijnen tegen trombose. Een aantal keren per week wordt er bloed afgenomen om de juiste dosering van de medicijnen te bepalen. Meestal worden deze medicijnen gestopt als u weer naar huis gaat.

Een aantal dagen na de operatie krijgt u op vaste tijden pijnstillende en spierontspannende medicijnen. De spierontspannende medicijnen worden afgebouwd zodra u weer gaat bewegen, anders zoudt u daar duizelig en slap van kunnen worden.

De eerste dag na de operatie wordt de drain verwijderd. Het infuus blijft nog een aantal dagen in omdat u antibiotica via het infuus krijgt. De eerste dag na de operatie mag u alleen heldere vloeibare dingen drinken, zoals water, thee en limonade. De tweede dag na de operatie mag u ook vloeibaar eten zoals soep en pap. Als u ontlasting heeft gehad mag u weer gewoon eten.

De tweede dag na de operatie wordt er een controlefoto gemaakt van uw rug. Dit kan wat vervelend en pijnlijk zijn omdat u op de afdeling radiologie wordt overgetild en dan met de rug op een harde plaat moet liggen. De catheter wordt verwijderd wanneer u wat mobieler bent en vaker uit bed kunt en dus weer zelf goed kunt plassen. Dat zal na een aantal dagen zijn. Na veertien dagen worden de hechtingen verwijderd uit het wondgebied.

Het mobiliseren

Tot aan het ontslag wordt de afstand die u kunt lopen vergroot, leert u hoe u kunt traplopen, naar het toilet te gaan en hoe u alleen in en uit bed komt. Het leren van al deze handelingen heet mobiliseren. Het mobiliseren geschiedt onder leiding van de fysiotherapeut. Deze zal met u het schema voor het mobiliseren doornemen.

De eerste dag na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs om oefeningen te doen in bed. U heeft meestal een dag bedrust. Op deze dag is rug-. zij-, en buikligging toegestaan als u de rug maar recht houdt en er geen verkeerde bewegingen mee maakt. Daarna gaat u samen met de fysiotherapeut uw rug- en buikspieren oefenen, evenals uw bil- en beenspieren.

Meestal gaat u de tweede dag na de operatie voor het eerst uit bed (dit kan soms ook wat eerder of wat later zijn, dat is afhankelijk van wat de arts afspreekt). Dit gebeurt onder begeleiding van de fysiotherapeut.

Wanneer u uit bed gaat moet u altijd een corset om. Het fixatiemateriaal dat bij de operatie in uw rug is geplaatst zit goed vast, maar om uw rug wat ondersteuning te geven en u ervan te weerhouden een verkeerde beweging te maken, draagt u tijdens het uit bed gaan een corset.

U gaat voor de eerste keer staan met behulp van een loopwagen; dit is een hulpmiddel waar u met beide armen op kunt steunen. De eerste keer is het mogelijk dat u nog wat duizelig bent en u zich slap voelt; dat komt omdat u een paar dagen niet uit bed bent geweest en omdat u een zware ingreep achter de rug heeft.

Via zijligging komt u tot zit op de rand van het bed. U gaat geleidelijk aan vaker zitten, want meteen veel zitten is nog niet goed voor de rug.

Vanaf de derde dag na de operatie mag u lopen. In eerste instantie met behulp van een loopwagen. Als dit goed gaat kunt u overstappen op elleboogkrukken en daarna loopt u zonder hulpmiddelen.

Het ontslag

Afhankelijk van uw algehele gezondheid en van de thuissituatie gaat u na ongeveer 10 tot 14 dagen weer naar huis. U moet erop bedacht zijn dat u na de operatie nog een lange tijd van revalideren te wachten staat en dat u voorlopig nog een hele tijd afhankelijk bent van andere mensen. Het is een hele ingreep die u hebt ondergaan en u mag en kan nog lang niet alles.U zult thuis nog regelmatig in bed moeten rusten. Het is daarom verstandig om alvast van tevoren te bedenken of u thuis voldoende hulp heeft of kunt krijgen.

De verpleging in het Waterlandziekenhuis kan ook hulp voor u regelen, zoals de wijkverpleging. Zelf kunt u bijvoorbeeld gezinsverzorging regelen en alleenstaanden kunnen ook maaltijden bestellen via Tafeltje dekje of het diepvriesproject. De telefoonnummers hiervan kunt u vragen aan de verpleegkundige. Wat oudere alleenstaanden kunnen eventueel regelen dat ze tijdelijk in een bejaardenhuis kunnen logeren om daar te herstellen. Dit moet u dan vroegtijdig regelen. Maar meestal kunt u naar huis met aanpassingen (zie hierna) en hulp.

Bij het ontslag krijgt u een afspraak mee voor de poliklinische controle bij de specialist. Op die datum wordt er ook meteen nog een controlefoto van uw rug gemaakt op de afdeling radiologie. Uw huisarts krijgt een verslag van de opname toegestuurd.

De fysiotherapeut die u tijdens de opname begeleid heeft bespreekt met u de fysiotherapeutische nabehandeling. Het is nodig dat u nog een aantal weken wordt behandeld. Het verschilt per patiënt hoe snel u volledig genezen bent en hoe lang u nog therapie moet blijven volgen.

Handige tips

Het is handig om thuis een bed te hebben dat op goede hoogte staat, zodat u er gemakkelijk in en uit kunt (dus niet te hoog of te laag). Veel mensen vinden het prettig om tijdelijk een bed in de woonkamer te hebben. Wanneer u geen bed heeft dat op de goede hoogte staat, dan is het eventueel mogelijk om tijdelijk een bed bij de Thuiszorg te lenen. Als u dit zou willen regelen, verzoeken wij u eerst even te overleggen met de verpleging.

Een (losse)toiletverhoger is vaak ook erg handig, dan hoeft u niet zo erg laag te bukken en kunt u beter overeind komen. Deze kunt u zelf bij Thuiszorg lenen.

Een goede (eventueel verstelbare) stoel waarin u prettig zit en die goede steun geeft, is ook erg belangrijk. De zitting van de stoel moet voldoende hoog zijn zodat u niet laag hoeft te bukken en goed overeind kunt komen. De fysiotherapeut zal u hier nader over inlichten.